In de wielersport staan veel mensen in de publiciteit, maar vooral achter de schermen gebeurt vaak het ‘echte werk’. Vakkennis en ervaring zijn daarbij van een enorme waarde. Meestal zijn het oud-renners die allerlei functies vervullen en daardoor menig jong talent niet alleen op het goede spoor zetten, maar ze ook verder op hun onzekere pad begeleiden.
Piet de Wit is een belangrijk persoon als teammanager van de nationale baanploeg en Piet Kuijs vervult als ploegleider van het Rabo Continental Team een vooraanstaande rol met name voor de amateurs (elite-renners).
Beide Pieten halen niet of nauwelijks de publiciteit met opzienbarende uitspraken, quotes, oneliners of analyses. Hun bijdrage aan de groei en bloei van onze wielersport is er niet minder door.
Tijd dus om deze bescheiden personen, met beiden een fraaie erelijst als coureur, eens nader in de schijnwerper te zetten.
Piet de Wit was een goede amateurrenner van 1965 tot en met 1967. Bij de stayers werd hij in 1967 nationaal kampioen en in 1966 en 1967 wereldkampioen.
Van 1968 tot en met 1974 was hij beroepsrenner en werd nationaal kampioen stayeren in 1968, 1969 en 1970 en tevens nationaal baankampioen 50 kilometer. Hij stond als stayer vijfmaal op het podium bij de wereldkampioenschappen en was tevens een gelouterd zesdaagserenner. Hij nam aan eenenzestig zesdaagsen deel en won met Leo Duyndam de Sixdays van Zürich.
Toen hij in 1974 met wielrennen stopte, was hij pas achtentwintig jaar oud.
Hij was reeds gedurende zijn actieve wielerperiode intensief bezig om de rijwielzaak van zijn ouders te reorganiseren en te herstructureren tot een goedlopende winkel, maar zijn missie was om dat na zijn wielerperiode nog verder uit te bouwen. Dat lukte hem voortreffelijk en In 1994 verkocht hij een goedlopende zaak.
Sinds 2000 is hij in zijn vrije tijd teammanager van de nationale baanploeg. Dat is inmiddels uitgegroeid tot een full-time hobbybaan en Piet komt eigenlijk tijd tekort.
Een gesprek met een gedreven wielermens die terugblikt op zijn actieve wielerperiode, zijn zakelijke succes en die nader ingaat op de huidige hoogtijperiode van het baanwielrennen.
Lees verder van blz. 24 tot en met blz. 33 in Wielerexpress 2006.