Al jarenlang is Vredestein adverteerder in Wielerexpress en dat gebeurt op basis van de meest oude vorm van handel en dat is de ruilhandel. Vredestein de advertentie en ik jaarlijks een aantal banden. Afgelopen jaar waren dat prachtige tubes (Fortezza Pro handmade), die door hun fabricage doen denken aan lang vervlogen tijden. Of je met een tube wel of niet harder rijdt dan met een goede draadband (dus losse buitenband en losse binnenband) is niet daadwerkelijk bewezen en interesseert me ook eigenlijk niet, maar een goede tube geeft toch ‘een ander gevoel’, maar dat kan ook suggestie zijn. Ik rijd alleen in wedstrijden op tubes, want een lekke tube in de training geeft veel gedoe bij het verwisselen daarvan. Daarnaast zijn de huidige tubes – ondanks hun goede en soepele kwaliteit – bijna niet mee te nemen als reserveband, omdat hij in opgerolde vorm toch nog een vrij omvangrijk pakket is. De tubes uit vroeger jaren kon je oprollen tot een klein pakketje en dat deed je dan met een toeclipsriempje onder je zadel, maar dat lukt met de huidige tubes niet. Ook dit zijn vervlogen tijden, maar de herinneringen aan bijvoorbeeld een mooie Clement Criterium blijven, ook wat de prijs betreft, onvergetelijk.
Dit dus als inleiding van een bizar verhaal over een Vredestein tube en een Vlaamse Reus. De trouwe lezer heeft in vorige edities wel eens iets kunnen lezen over mijn Vlaamse Reuzen. Met een gemiddelde lengte van tachtig centimeter en een gewicht van acht kilo of meer, zijn Vlaamse Reuzen de grootste en zwaarste konijnen ter wereld. De gemiddelde oorlengte is achttien centimeter. Al in ongeveer de 16e eeuw werden deze konijnen raszuiver gefokt in de streken rondom Gent. De raskleuren zijn hoofdzakelijk konijngrijs (bruinachtig), ijzergrauw (zwart/bruin), staalgrauw, zwart of wit. Gevlekte Vlaamse Reuzen zijn dus niet raszuiver. Vooral de oudere lezers kunnen zich de Vlaamse Reus nog herinneren als ‘vleeskonijn’, ofwel als konijn ‘voor de slacht’. Dit is bij mij niet het geval, want ik heb deze beesten omdat het gewoon prachtige en goedmoedige dieren zijn. Ze lopen een gedeelte van de dag los in mijn achtertuin en gaan na verloop van tijd vanzelf weer hun hok in. Planten en boompjes (en dan vooral de stammen) vormen voor ieder konijn een lekkernij, dus ook voor de Vlaamse Reus. Ik heb echter ontdekt dat planten als de hortensia en het vlijtig liesje door een Vlaamse Reus wel besnuffeld, maar niet gegeten worden. Om die reden zijn genoemde planten dus de enige plantensoorten die, in potten geplaatst, in mijn tuin staan.
Het is een kostelijk gezicht om die grote konijnen door je tuin te zien hobbelen en de grote oren als antennes constant op hun kop te zien draaien. Een konijn in een hokje opsluiten is in mijn ogen dierenmishandeling en zou verboden moeten worden. Een konijn is een beest dat ruimte nodig heeft en dan natuurlijk vooral zo’n lobbes als een Vlaamse Reus, hoewel konijnen – net als mensen – ook rustiger worden al naar gelang ze ouder worden. Ik heb altijd een koppeltje, dus ofwel twee voedsters, ofwel één voedster en een gecastreerde ram. Twee ongecastreerde rammen bij elkaar geeft problemen, maar één gecastreerde en een niet gecastreerde, gaat prima. Mijn Vlaamse Reuzen geven mij, als ik, na bijvoorbeeld een trainingsritje, in mijn tuin zit, mijmerend over ‘de dingen des levens’ en soms de betrekkelijkheid van alles overpeinzend, al zo’n jaar of vijftien prachtige momenten van rust, want er is geen vrediger en onschuldiger tafereel dan te kijken naar twee elkaar liefkozende konijnen,.Het is dan aandoenlijk om te zien, hoe de Reuzen elkaar, ongeacht de samenstelling van het koppel, koesteren en besnuffelen. Menig mens kan er een voorbeeld aan nemen……
Je kunt een Vlaamse Reus geen kunstjes of zo leren, maar het is wel een rustig – behoudens als ze jong zijn – en naïef beest. Toch heb ik laatst een enorme grap uitgehaald met mijn twee Vlaamse Reuzen en wel de volgende.
Mijn moeder woont bij mij in de buurt in een verzorgingstehuis en zomers zitten de bejaarde bewoners vaak aan tafeltjes onder parasols op een grasveldje. Op dat grasveldje huppelen kleine in de natuur opgegroeide wilde konijntjes in de kleuren zwart en bruin. Exact de kleuren van mijn huidige Vlaamse Reuzen. De oudjes kijken dan al keuvelend naar deze huppelende beestjes. Voor het grasveldje staat een heg en ik nam afgelopen zomer mijn Vlaamse Reuzen mee in een doos en liet ze door een gat in de heg het grasveldje oplopen. Ziet u het voor zich? Ineens lopen er twee joekels van konijnen met een gewicht van ongeveer acht kilo per stuk tussen konijntjes van nog geen één kilo. Sommige oudjes vielen van verbazing en schrik met stoel of rollator ondersteboven en de continentieluiers, steunkousen, gebitten en gehoorapparaten vlogen door de lucht. Met gespeelde argeloosheid kom ik even later quasi nonchalant aanlopen en pak mijn twee Vlaamse Reuzen in hun nekvel, doe ze in een doos, zwaai gedag en ga weer weg, daarbij een ieder in opperste verbazing achterlatend. Onderwijl hoor ik mijn moeder zeggen: ‘Verrek, dat is Jan met zijn konijnen’. Kunt u zich dit hilarische tafereel voor ogen halen?
Waarom deze uitvoerige inleiding tot mijn eigenlijke verhaal over een racetube en een Vlaamse Reus, waarvan de jongere lezer waarschijnlijk niet eens weet dat dit beest bestaat? Het een staat in feite geheel los van het ander, maar uit onderstaand relaas blijkt het tegendeel.
De levensduur van een Vlaamse Reus is beperkt tot gemiddeld vijf of zes jaar. Vaak zonder voorafgaande signalen ligt er daarom eens in de zoveel jaar wel eens een Vlaamse Reus in starre houding en gebroken ogen gestrekt in zijn hok, of op het grasveldje. Zo ook dit jaar en als er een konijnenhemel bestaat (volgens mijn schoonzoon Hans is dat zo), dan wordt daar met regelmaat een ‘slachtoffer’ van die Zomer uit Zwanenburg begroet.
Het achtergebleven konijn, in dit geval een gecastreerde ram, at niet meer, want hij was zijn maatje (een voedster) kwijt. Ik ga naar boer en konijnenfokker Heemskerk in Oud Ade – een prachtig plaatsje achter Rijpwetering – en gelukkig heeft hij een jonge ram voor mij in het hok zitten. Het is een mooi bruin beestje en met een oortatoeage gekeurd door de dierenarts. Het klikt tussen de twee konijnen en het (konijnen)leven gaat daarna verder. De jonge ram – King Kong genaamd – is heel actief, rent over het erf en als er maar even een deur op een kier staat, loopt hij naar binnen, of huppelt zelfs de trap op. Als ik de deur van de steeg even niet snel genoeg dicht doe, leidt dit tot een zoektocht door de tuinen van de buren, maar uiteindelijk komt hij dan altijd weer terecht.
Tot die zaterdag dat King Kong doodstil op het gras zit en niet naar mij toe komt huppelen. Dat bevreemdt mij en ik moet hem zelfs optillen om hem in zijn hok te zetten. ’s Nachts hoor ik een schel schreiend geluid en ik denk dat een kind van de buren huilt. Een konijn of haas in doodsnood of doodsangst brengt een bijna menselijk huilend geluid voort dat je door merg en been gaat. Het is vier uur ’s nachts en ik realiseer me dat het King Kong wel eens zou kunnen zijn. Inderdaad, hij ligt nog warm, maar wel gestrekt in het hok. King Kong is dood!
In het schemerduister begraaf ik hem in het nabij gelegen park op een ‘geheime plek’.
De vroege zondagochtend kondigt zich reeds aan en ik kan de slaap niet meer vatten, want ik vraag me af waardoor King Kong voortijdig naar de Konijnenhemel is vertrokken. Ik ga me al vroeg omkleden om mijn gebruikelijke zondagochtendclubritje te rijden. Ik loop naar de schuur om mijn trainingswielen (met draadbanden) te vervangen door mijn wedstrijdwielen (carbonvelgen met tubes). Dan ineens begrijp ik de doodsstrijd van King Kong. De tubes zijn aangevreten en hier en daar zelfs geheel van de velg verdwenen.
Er is een aloude reclameslogan van Vredestein en die luidt: ‘Vredestein, tevreden zijn’.
King Kong zal het hier niet mee eens zijn.
Naschrift:
Inmiddels is er weer een nieuwe King Kong en mijn wielen met Vredestein tubes hangen hoog aan de muur.
Lees verder van blz. 72 tot en met blz. 74 in Wielerexpress 2007.
victor uit wassenaar (28-11-09)