Wielerexpress 2008 - Op bezoek bij Pino Cerami
Wielerexpress
Wielerexpress 2008 - Op bezoek bij Pino Cerami

In het Grote Geschiedboek van l’ Histoire du Cyclisme komen namen voor van allerlei aansprekende kampioenen. In ditzelfde boek ook een hoofdstuk over ‘bijzondere renners’ en daartoe behoort zeer zeker Pino Cerami (prachtige wielernaam). In vroeger jaren was een renner in veel gevallen grotendeels versleten als hij de dertig levensjaren gepasseerd was, want dan vertoonde de prestatiecurve een neergaande lijn. In de huidige tijd ligt dat iets hoger, maar bijvoorbeeld Leon van Bon, Max van Heeswijk en Aart Vierhouten hebben de biologische strijd verloren en kunnen als ruime dertigers op basis van atletisch vermogen (palmares) geen contract meer afdwingen voor nog een nieuw seizoen. Op de leeftijd dat normaliter een carrière ten einde loopt, daar begon pas de loopbaan van Pino Cerami. Hij is 35 jaar als hij de Ronde van België wint en op 38-jarige leeftijd wint hij zowel Parijs-Roubaix als de Waalse Pijl en als hij 41 jaar is, wint hij in 1963 een etappe in de Tour de France en wordt hij tweede in Luik-Bastenaken-Luik. Dit is slechts een korte samenvatting van zijn successen op een leeftijd dat vrijwel iedere renner – vooral in de slopende jaren zestig – ofwel gestopt is, ofwel nog amechtig voor een contract op basis van een ‘broek en shirt’ aan het wiel zit te sterven.
Toen Pino in 1963 stopte, werd in 1964 de Grote Prijs Pino Cerami in het leven geroepen en in 2007 hadden wij het voorrecht en genoegen om daarbij aanwezig te zijn en deze legendarische wielermens – inmiddels 85 jaar – de hand te mogen schudden. Hij oogt nog steeds als de oudere jongeling van weleer. Kortom, een ervaring die ieder voorstellingsvermogen te boven gaat.

Naar Wallonië via Zeeland

De telefoon gaat. ‘Ja Jan, heb je zin om op donderdag 12 april mee te gaan naar de Grote Prijs Pino Cerami in Wallonië? We gaan ‘s morgens vroeg weg, maar dan kom je maar een dag eerder en kunnen we ’s middags op de televisie naar Gent-Wevelgem kijken.’
Het is Jo de Roo die belt. Hij heeft nog met Pino gefietst en is jaarlijks een genodigde. Dus zitten we op woensdag 11 april in Kapelle naar Gent-Wevelgem te kijken. Het is een bizarre wedstrijd die ontsiert wordt als tijdens de afdaling van de Kemmelberg er bidons van het frame vallen en er afschuwelijke valpartijen ontstaan. Samen praten we over oorzaak en gevolg en Jo vraagt, mijn achtergrond als klein rennertje kennende, op een gegeven moment gekscherend: ‘Ben jij eigenlijk wel eens de Kemmelberg opgefietst?’ Mijn antwoord verbaast hem enigszins, want ik kan het plaveisel en het randgebied van de Kemmelberg wel ‘dromen’ en weet ook precies tijdens het kijken naar de televisiebeelden aan te geven wanneer en waar op een gegeven moment een stukje uitgevloeid asfalt het kasseienwegdek siert. Althans ik ben benieuwd of dit stukje asfalt ‘alsof het uit de berm is weggevloeid ofwel is weggeslopen’ er nog ligt. Het stukje asfalt, ogend als een plasje verdwaalde drek, ligt er nog steeds. De redenen waarom deze ‘donkere vlek’ ooit is aangelegd ofwel uitgevloeid is me nog steeds onduidelijk. Een nader onderzoek waard. Als simpel amateurtje nam ik in de jaren zeventig (waar blijft de tijd?) ongeveer achtmaal via de club (met supportersbussen) deel aan de jaarlijkse Tweedaagse van West Vlaanderen en daarbij werd beide dagen tweemaal de Kemmelberg beklommen en was er ook nog een tijdrit op de ‘flanken’ van dit obstakel. Ik heb dus in totaal ongeveer dertig maal de Kemmelberg beklommen en vraag aan Jo op welk getal zijn teller staat. Hij murmelt wat. Het verblijf was altijd in restaurant de Hollemeersch (zie www.hollemeersch.be) dat was gelegen in het dal (Dranouter) van de Kemmelberg. Mijn gedachten dwalen af naar deze onvergetelijke jaren en ervaringen en ooit zal ik deze herinneringen en avonturen nog eens memoreren, want de Kemmelberg ligt in een uniek historisch (oorlogs)gebied nabij Ieper. Wie hier in de grond graaft, vindt zeer zeker botten, gebeenderen of andere ‘aandenkens’ van de eerste Wereldoorlog. Op en rond de Kemmelberg heeft altijd bloed gevloeid. De moeite waard dus voor een nadere analyse. Ik heb van heel nabij op de Kemmelberg de exploten mogen beleven van onder andere Michel Pollentier maar vooral van de Zeeuw Toine van den Bunder. Wat hij daar aan excellente klasse etaleerde heb ik in al mijn wielerjaren vrijwel nooit meer van nabij mogen aanschouwen. Waar is Toine eigenlijk gebleven?

We kijken verder naar het koersverloop en onder het genot van een door mij meegenomen pondje verse paling (Eveleens in Rijsenhout) en een wijntje, volgen we de televisiebeelden.

Wielerexpress 2008 - Op bezoek bij Pino Cerami

Lees verder van blz. 22 tot en met blz. 27 in Wielerexpress 2008.