Wielerexpress 2009 - Rik van Looy sociaal bevlogen wielermens
Wielerexpress
Wielerexpress 2009 - Rik van Looy sociaal bevlogen wielermens

Rik van Looy behoort met andere fenomenen zoals Fausto Coppi, Jacques Anquetil en Eddy Merckx tot de grootste, naoorlogse kampioenen die de wielerhistorie ooit heeft voortgebracht. Iedere Grote Kampioen heeft zijn eigen capaciteiten en persoonlijkheid en de ware kampioen voegt nieuwe dimensies toe aan het cyclisme in structuur en evolutie. Wat dat betreft behoort Rik van Looy tot de Kopmannen, want hij bracht nieuw elan en nieuwe wetten in het peloton. Kortom: Rik van Looy was een Heerser en Vernieuwer en bezat de drift van de geboren aanvaller. Dat was soms zijn valkuil in etappekoersen, maar ook de basis van zijn triomfen in alle (!) toenmalige klassiekers.

Van Looy heeft nog steeds wereldwijd een ruime supportersschare. Er is veel over hem gepubliceerd, maar over zijn huidige leven en ambities hebben wij na zijn afscheid in 1970 weinig of niets gelezen, althans niet via de Nederlandse media. Is dat, omdat hij de media schuwt, of omdat hij thans ergens als een ‘oude man’ zijn herfstjaren slijt? Geen van beide veronderstellingen is juist, hoewel Van Looy er weinig, of geen behoefte aan heeft om via de media terug te blikken op zijn wielerloopbaan.
Toch slaagden wij erin om met hem en zijn vrouw, die een beslissende rol speelde in zijn loopbaan, in contact te komen en dat leidde tot een wonderlijke en soms hilarische ontmoeting in Herentals. Zoals op de eerste pagina van deze editie reeds verwoord, doen wij niet aan adoratie van wie dan ook, want ieder mens heeft zijn eigen unieke capaciteiten en eigenschappen en dat is bij de geboorte genetisch vastgelegd. Belangrijk is wat een mens met die aangeboren talenten doet en Rik van Looy heeft ze optimaal benut en doet dat nog steeds. Om die reden is hij voor ons een nog grotere held geworden, dan hij voordien al was. Wij hebben het voorrecht gehad om te mogen spreken met een groot Kampioen die niet op zijn lauweren rust, maar na zijn loopbaan gefascineerd raakte door het sociale aspect en invloed van de wielersport op de persoonlijke ontwikkeling van de jeugd. Dit aspect vormt een van de kernpunten van onze ontmoeting, maar daarnaast zullen wij ook proberen om Rik van Looy aan de hand van de geschiedschrijving, ofwel zijn resultaten, nader aan u voor te stellen als de eeuwige en tevens laatste Keizer die de wielerwereld ooit heeft gekend.

Lees verder op pagina 74 t/m 160 in Wielerexpress 2009 over Rik van Looy in 13 hoofdstukken, te weten:

  1. Het eerste contact en de afspraak
  2. Op 22 augustus 1970 zei Van Looy: ‘Het is gedaan’
  3. De jeugd- en eerste wielerjaren
  4. De beroepsrenner Rik van Looy
  5. De wereldkampioen Rik van Looy
  6. De klassiekerrenner Rik van Looy
  7. De etapperenner Rik van Looy
  8. De zesdaagserenner Rik van Looy
  9. Het leven na het wielrennen zonder Zwart Gat
  10. Het bezoek aan de Vlaamse Wielerschool
  11. Het Gesprek aan tafel
  12. De overwinningen van Rik van Looy
  13. Edgard Sorgeloos vertelt

1. Het eerste contact en de afspraak

Iedereen die geïnteresseerd is in sport heeft zijn idolen en Rik van Looy was voor velen een idool. De afgelopen 29 jaren hadden wij het voorrecht diverse grote Kampioenen in Wielerexpress aan het woord te laten. Soms spraken wij wel eens met wielermensen over onze wens om ooit Rik van Looy te bezoeken voor een verhaal in Wielerexpress, maar vrijwel iedereen bestempelde deze wens als een ‘mission impossible’, want, zei men, Rik heeft daar geen enkele behoefte meer aan en gaat zelden of nooit in op uitnodigingen vanuit de media, die direct of indirect te maken hebben met zijn verleden als coureur. Toch bleef de ogenschijnlijk niet te vervullen wens ons bezig houden.

Tijdens ons verblijf in Italië in 2007 ter gelegenheid van de Ronde van Lombardije (zie editie 2008 voor het desbetreffende avonturenverhaal), ontmoetten wij in ons hotel Philippe Marïën. Hij was in deze Ronde internationaal wedstrijdleider en ook in 2008 zagen we hem tijdens de Ronde van Italië vanuit het open dak als wedstrijdcommissaris de koers dirigeren. Philippe bleek een plezant mens met een lichtelijk arrogante, maar toch sympathieke uitstraling, zoals dat bij deze functie hoort. We raken met hem tijdens het drinken van een pint aan de bar in een geanimeerd gesprek. Het blijkt dat hij woonachtig is in Herentals en via hem komen we aan het adres van Rik van Looy. We schrijven Rik van Looy in het voorjaar van 2008 een uitvoerige brief met daarbij gevoegd een aantal edities van Wielerexpress. We verzoeken hem of het mogelijk is een afspraak te maken voor een verhaal en vragen tevens of ook fotograaf Henk Theuns en Ton Vissers (sportdirecteur van Rik van Looy rijdens diens laatste wielerjaren van 1967 tot en met 1970 bij Willem II) bij dit gespek aanwezig kunnen zijn en besluiten de brief met de mededeling dat we nog nader telefonisch contact met hem op zullen nemen. Henk Theuns achterhaalt via de Belgische wielermicrofonist René Vermeiren het telefoonnummer van Van Looy, waarbij Vermèren opmerkt:: ‘Wilt ge een afspraak met Rik voor een verhaal? Ahwel dat gaat ge niet lukken hè, maar ik wens u veel succes.’
In mei bellen we naar Herentals en krijgen Riks vrouw Nini aan de lijn, want Rik neemt meestal zelf de telefoon niet op, zoals later zou blijken. Zij geeft de telefoon door aan Rik en hij begrijpt direct waarover het gaat. In eerste instantie is er nog enige aarzeling in zijn stem, maar na een toelichting onzerzijds zegt hij resoluut: ‘We gaan binnenkort op vakantie, maar bel me na 5 juli maar terug. Dan maken we een afspraak.’

Dat doen we en afgesproken wordt elkaar te ontmoeten in de Vlaamse Wielerschool te Herentals, waarvan Rik nog steeds technisch directeur is. Dat is in eerste instantie een lichte teleurstelling, want het was de bedoeling dat Henk Theuns in Huize Van Looy foto’s zou maken van Rik en Nini samen. Nini is echter met de kleinkinderen naar een paardenconcours en de afspraak verschuiven lijkt ons niet zinnig. Bovendien zegt Rik toe dat een bezoek later voor de fotosessie altijd mogelijk is.
Na eerst Henk Theuns in Made en daarna Ton Vissers in Oisterwijk opgehaald te hebben, vertrekken we naar Herentals om daar de goed voorbereide missie wat betreft de invulling van het gesprek met de Keizer van Herentals, nader invulling te geven.

Het bezoek aan de Vlaamse Wielerschool, de uitnodiging van Rik om daarna het nabij gelegen restaurant ‘De Repertoire’ te bezoeken en de intense vriendschap tussen Rik en Ton zijn onvergetelijke herinneringen. Op het gesprek hadden we ons heel goed voorbereid en ons verdiept in de wielerhistorie van Rik, zodat overbodige vragen achterwege zouden blijven en we hadden een aantal resterende vragen nauwkeurig geselecteerd aan de hand van een vooraf gemaakte hoofdstukindeling van het totale verhaal. Van een gerichte vraagstelling kwam echter niet veel terecht, omdat Ton en Rik zo intens met elkaar herinneringen ophaalden, dat het draaiboek drastisch moest worden herzien.

Lees verder over Hoofdstuk 1 in Wielerexpress 2009.

Rik van Looy signeert een shirt voor Henk Theuns. (Foto: Henk Theuns)

Rik van Looy signeert een shirt voor Henk Theuns. (Foto: Henk Theuns)

2. 22 augustus 1970: ‘Het is gedaan…!’

Aan iedere loopbaan, zowel maatschappelijk als in de sport, komt eens een einde. Voor sommigen een moeilijk of onverteerbaar te accepteren gegeven, voor weer anderen een ‘bevrijding van ketenen’, maar het is in ieders leven een onvermijdelijk moment. De een, zoals b.v. Michael Boogerd), kondigt het einde van zijn loopbaan al een seizoen vooraf aan en een ander stopt, al of niet noodgedwongen, van de ene op de andere dag. Rik van Looy is bijna 37, als hij abrupt besluit om met de wielersport te stoppen. Niet, omdat hij niet meer voor het podium meedoet, behoudens dan in de grote koersen wellicht, maar omdat hij het plezier in de sport kwijt is. Juist dit plezier is de basis van ambitie, want zonder ambitie is er geen fundament voor succes. Zo komt er dus een einde aan een loopbaan die er, kort geschetst, als volgt uitziet.

De loopbaan van Rik van Looy (beroepsrenner van 1953 tot en met 1970)

Geboren op 20 december 1933 te Grobbendonk. Hij won als beroepsrenner meer dan vierhonderd weg(!)koersen in zijn loopbaan en is de enige coureur die alle toenmalige klassiekers één of meerdere malen won. Het totaal aantal overwinningen (inclusief de piste) vanaf zijn eerste schreden op het wielerpad in 1943 tot en met 1970 bedraagt circa zeshonderd.

Het afscheid

Het is 22 augustus 1970 en Rik rijdt de Ronde van Valkenswaard, de plaats waar zijn sponsor Willem II is gevestigd. Op deze dag besluit hij impulsief te stoppen om diverse redenen:

Rik: ‘Ik had vooraf nooit aan mijn afscheid gedacht, maar besloot van de ene op de andere dag te stoppen. Ik kon het tempo nog wel volgen, maar ik voelde me niet meer thuis in het peloton, waaruit inmiddels het merendeel van mijn vrienden, maar ook van mijn vijanden(!) was verdwenen. Ik irriteerde mij aan de hooghartigheid van jonge renners ten opzichte van mij, terwijl ze nog geen enkele palmares hadden opgebouwd. Tot dertigjarige leeftijd kon een renner in mijn periode aan de top blijven, maar daarna wordt alles minder. In trainen had ik nog wel plezier, maar de ambiance ging mij tegenstaan. Mijn startgeld was nog goed en dat Willem II zou stoppen na 1970 was geen probleem, want ik kon elders nog een contract krijgen voor 1971. Ik wilde echter niet de aftakeling meemaken. Sommigen doen dat wel, omdat ze het financieel nodig hebben en weer anderen zijn te lang door blijven fietsen, omdat ze niet konden accepteren dat de ouderdom en alle daarmee gepaard gaande beperkingen onvermijdelijk zijn. Ik ben altijd een vechter in de koers geweest en hield niet van alleen maar in het wiel rijden. De belangrijkste reden om te stoppen was echter dat de koersambitie begon te tanen en dan moet ge tijdig uw conclusies trekken.

Het is dus 22 augustus 1970 en Rik van Looy rijdt met Nini naar huis. Zoals gebruikelijk speelt de koers –gewonnen door Eric De Vlaeminck, Rik eindigde als achtste – na afloop altijd door het hoofd van een renner. Dan ineens zegt Rik: ‘Nini, het is gedaan. Ik stop.’ Hoe reageerde Nini daarop?

Lees verder over Hoofdstuk 2 in Wielerexpress 2009.

Rik van Looy (midden) ziet af in de Tour van 1965 (Foto: archief Wim van Eyle)

Rik van Looy (midden) ziet af in de Tour van 1965 (Foto: archief Wim van Eyle)

3. De jeugd- en eerste wielerjaren

Rik als gazetbezorger

Rik van Looy groeit op in Grobbendonk samen met zijn 18 maanden oudere broer Louis. Hoewel de leerplicht in die tijd eindigde bij veertien jaar, verlaat Rik met stilzwijgende goedkeuring van de school, reeds op dertienjarige leeftijd definitief het schoolse traject om zich met volle ambitie te storten op zijn taak als krantenbezorger. Dat betekent ’s morgens samen met Louis, die later diamantslijper zou worden, al om drie uur opstaan om daarna om vier uur de kranten op te halen bij restaurant Lindekens. Dat ritueel herhaalde zich in de voormiddag. De wijk van Rik omvatte Grobbendonk, Vorselaar, Pulle en Pulderbos. Aanvankelijk was zijn vader metser ( = Vlaams voor metselaar), maar door het overnemen van een krantenronde van ‘Jan Gazet’ werd een nieuwe vorm van bestaan opgebouwd, waarin Rik al snel zijn plek vond. Hoe kijkt Rik terug op zijn jeugdjaren?

Rik: ‘Ik heb een onbezorgde jeugd gehad en de oorlogsjaren – ik was zeven jaar toen de oorlog uitbrak – zijn eigenlijk probleemloos aan ons gezin voorbijgegaan, mede omdat er in de omgeving veel illegaal geslacht werd en wij, anders dan in Nederland, geen hongerwinter hebben meegemaakt. Ik was geen slechte leerling, integendeel zelfs, maar mijn aandacht ging uit naar andere dingen. In die tijd was het slechts voor enkele leerlingen van de school weggelegd om na hun veertiende jaar verder te gaan studeren. De tijd dat ik op klompen naar school liep, zal me echter altijd bijblijven en het rondbrengen van kranten heeft daarna mijn karakter gevormd, want onder de meest bizarre weersomstandigheden moest de krant wel op tijd bezorgd worden. Dat waren de regels van toen en die gelden ook nu nog. Met een zware fiets en volgeladen tassen moest ik in het duister over soms blubberige paden mijn weg zoeken. De ene dag ging dat makkelijker dan de andere en in feite heb ik die ervaringen later ook in de koers meegemaakt. Kortom, zonder dat ik dat besefte, heeft het harde labeur als krantenbezorger mijn karaktervorming tijdens mijn jeugd in positieve zin beïnvloed.

De eerste wielerjaren

Rik legt op zijn zware krantenfiets duizenden kilometers af, maar dat is geen reden om bij hem de wielerbacil te doen ontwaken. Integendeel zelfs, want hij wordt voetballer bij de plaatselijke voetclub FC Herentals. Soms leest Rik in de krant wel eens wielerverslagen en die trekken zijn aandacht. Ook vergezelt hij regelmatig zijn jeugdvriend en plaatselijke coureur Julien Vermeulen naar de koersen en dat wekt bij hem steeds meer goesting om ook te gaan koersen. Uiteindelijk koopt hij van zijn spaarcentjes een racefiets en hoewel zijn vader aanvankelijk weinig ziet in deze sportkeuze van zijn zoon gaat Rik daadwerkelijk wielrennen. In gezelschap van zijn vader, broer Louis en Julien neemt hij in 1948 – vijftien jaar oud – in Herenthout deel aan zijn eerste wielerkoers. Het is geen succes en de ambities van Rik komen op een laag pitje te staan. Toch gaat het in 1949 weer kriebelen en in april start hij in Waarloos. Hij kan zich nu wel goed handhaven en eindigt als derde. Hij rijdt daarna koers op koers en de achtste keer te Booischot is het eindelijk raak, want hij wint deze koers.
De wielerloopbaan van Rik van Looy is begonnen!
Wat kan Rik zich nog van deze prille stappen op de wielerladder herinneren?

Lees verder in Hoofdstuk 3 in Wielerexpess 2009 over onder andere over de tweestrijd met Willy Vannisten.

Vlnr: Rik van Looy, zijn eeuwige rivaal Willy Vannitsen en Thuur Decabooter in Gent - Wevelgem 1965 (Foto: archief Y. Longuevielle)

Vlnr: Rik van Looy, zijn eeuwige rivaal Willy Vannitsen en Thuur Decabooter in Gent - Wevelgem 1965 (Foto: archief Y. Longuevielle)

4. De beroepsrenner Rik van Looy

Rik van Looy wordt in september 1953 op twintigjarige leeftijd beroepsrenner. Rik van Steenbergen is gecharmeerd van zijn kwaliteiten en praat daarover met Stan Ockers, die na de Acht van Brasschaat opmerkt: ‘Is dat nou die goeie coureur met zijn dikke poten?’. Van Looy trekt zijn eigen plan en wint in Kortenaken en in Heist op den Berg en klopt de rappe koning van de kermiskoersen Nest Sterckx
In Parijs – Tours eindigt hij als zevende. Kortom, Van Looy laat zich direct in het profpeloton gelden en dat wekt afgunst. Hij moet in militaire dienst, maar kan desondanks wel een goed programma rijden. Hij wint negen koersen en wordt in Parijs – Roubaix elfde. Van Looy staat aan het begin van een grote loopbaan, maar is zich nog niet bewust van zijn grote talent en in de ontwikkeling daarvan zouden met name zijn vrouw Nini en de Herentalse arts Dries Claes een grote rol spelen. Als Rik zijn gezin gesticht heeft, begint hij mede door die twee zijn sport met volle overtuiging te beoefenen en voegt hij ook nieuwe hoofdstukken toe aan de toenmalige wetten van het cyclisme. Alleen grote Kampioenen beschikken over dit vermogen. Hieronder volgt in het kort een overzicht van de diverse belangrijke episodes in de ontwikkeling van Rik van Looy tot Keizer van Herentals.

De pallieter Rik van Looy en het belang van zijn vrouw Nini en dokter Claes

Als jonge renner is Rik van Looy een speels persoon die af en toe met zijn vrienden graag een pint drinkt. Hij geniet volop van het leven en in Vlaanderen noemt men zo iemand een Pallieter.
Rik komt met regelmaat in het plaatselijke café Ford en ontmoet daar de dochter van de eigenaar: Nini Mariën. Na verloop van tijd ontstaat er een vaste relatie en op 1 februari 1955 trouwen zij en gaan inwonen in Café Ford. Twee kinderen, zoon André en dochter Louise, worden uit dit huwelijk geboren. Nini stelt Rik voor de keuze: ofwel alles opofferen voor een loopbaan als beroepsrenner, ofwel een andere stiel kiezen. Vanaf dat moment neemt het leven van Rik een drastische wending en beheerst nog maar één ding zijn doen en laten en dat is: slagen als beroepsrenner. De beroepsernst neemt bezit van hem en mede daardoor ontbolsteren zijn talenten definitief. Door Nini komt hij in contact met wetenschapper en dokter Claes uit Herentals. Die ziet aanvankelijk niet veel in de speelse coureur Van Looy, maar geeft hem wel trainingsadviezen en stelt als voorwaarde dat daarmee ’s morgens om zeven uur in het nabijgelegen bos al moet worden begonnen. Als dokter Claes dat op een gegeven moment heimelijk gaat controleren, ziet hij een zwoegende en zwetende Rik van Looy in de ochtendschemer zijn oefeningen uitvoeren. Vanaf dat moment ontstaat er een onverbrekelijke band tussen hen beiden en wordt dokter Claes de raadsman van Rik van Looy. Dokter Claes die zich als arts en wetenschapper intens verdiepte in de anatomie van de atleet zou later verklaren dat hij toen en ook later nooit meer een atleet heeft ontmoet met het bijzonder soepele, maar tevens krachtige spierstelsel als dat van Rik van Looy.

De rebel Rik van Looy

Rik is geen meeloper, maar heeft een eigen mening en is mondig. Als hij in 1954 voor het wereldkampioenschap te Solingen op de zeer zware Klingenring wordt geselecteerd, vindt de wielerbond het nodig om nog een soort selectie en verkenningswedstrijd te organiseren. Op zich prima, maar het is noodweer en Rik van Looy besluit na enige tijd beschutting te zoeken in een kleine Bierstube, waar hij overigens geen enkel biertje drinkt.
De andere renners volgen zijn voorbeeld, maar dit komt de heren van de bond ter ore en alle renners worden op het matje geroepen. Men wil weten wie het initiatief heeft genomen en dan zegt Van Looy dat hij individueel deze beslissing heeft genomen en de anderen niet heeft aangespoord. Dit wordt uiteindelijk schuchter door de andere renners bevestigd. In 1959 wordt het wereldkampioenschap op Zandvoort verreden en behoudens de derde plaats van Noël Foré zijn de resultaten zeer pover. De Belgische bond vindt dit een blamage en legt vijf, waarbij ook Van Looy, van de acht renners een forse schorsing op wegens het ‘niet verdedigen van hun kansen’. Van Looy gaat daarna op correcte wijze de discussie aan met bondsvoorzitter Standaert en dat leidt uiteindelijk tot een schorsing van enkele dagen.
Uit dit alles blijkt dat Van Looy al in het begin van zijn loopbaan in opstand komt, als hij van mening is dat hem – of anderen – onrecht wordt aangedaan. Hij accepteerde niet zomaar alles dat hem van bovenaf vanuit de toenmalige regenteske wielerwereld werd opgelegd.

Lees verder in Hoofdstuk 4 in Wielerexpress 2009 over onder andere: Lomme Driessens – De Rode Garde – Trainingskampen rond het Gardameer – Duels Rik van Steenbergen en Rik van Looy – Duels Rik van Looy en Eddy Merckx – Wanneer bestond de Grote Rik van Looy – De Mening van Rik van Looy.

Rik I (Van Steenbergen) links en Rik II (Van Looy). Vrienden en rivalen (Foto: archief Y. Longuevielle)

Rik I (Van Steenbergen) links en Rik II (Van Looy). Vrienden en rivalen (Foto: archief Y. Longuevielle)

5. De wereldkampioen Rik van Looy

Rik van Looy werd tweemaal wereldkampioen. Dat hadden meerdere titels kunnen zijn, maar zo heeft iedere kampioen zijn eigen redenen en verhaal waarom hij bepaalde overwinningen miste. Toch willen we bepaalde zaken niet onvermeld laten.

De verloren wereldtitels

Kopenhagen 1956

Vooral Rik van Steenbergen is in het begin van de loopbaan van Van Looy zijn grootste tegenstander in de strijd om de wereldtitel. Vijfmaal maken zij beiden deel uit van de nationale selectie. In 1956 rijdt Rik van Looy in Kopenhagen volgens velen de beste titelstrijd uit zijn loopbaan. Het weer is barbaars en de wind staat op de open stukken finaal op de kant, waardoor alleen de allersterksten overblijven. Rik rijdt driemaal lek en moet daarna ook driemaal overstappen op zijn eigen fiets. Desondanks is hij in de finale nadrukkelijk aanwezig. De combine tussen Van Steenbergen en De Bruyne wordt hem echter te veel en hij strandt op een tweede plaats. In de kopgroep zaten diverse Nederlanders, zoals Gerrit Schulte ( derde), Wim van Est ( reed lek), Gerrit Voorting (zevende) en Daan de Groot (tiende).

Gerrit Voorting vertelt:
‘In Kopenhagen was Van Looy de sterkste’

Gerrit Voorting (85) was een van de betere naoorlogse beroepsrenners gedurende de periode 1950 – 1959. Hij reed, vooral in dienst van anderen, tienmaal de Tour en won vier etappes. Tevens droeg hij viermaal de gele trui. In de Giro van 1956 was hij de eerste Nederlandse rozetruidrager en werd zevende in het eindklassement. Gerrit fietste tot 2007 nog vrijwel dagelijks zijn rondje, maar nadat hij door een auto werd aangereden, bezorgde een heupbreuk hem veel ellende. Inmiddels is hij na een operatie weer redelijk mobiel, maar daadwerkelijk fietsen is een afgesloten hoofdstuk. Hij revalideert wekelijks enkele dagen in Verzorgingshuis Meerstaete in Heemskerk en de rest van de week verblijft hij in zijn woning in Heemskerk. Mede door zijn jaarlijkse aanwezigheid in het Tacxteam op Mallorca hebben we hem leren kennen als een fantastisch mens met een geweldige laconieke humor. Gerrit maakte in 1956 deel uit van de kopgroep bij het wereldkampioenschap te Kopenhagen en werd zevende. Wat zijn de ervaringen van Gerrit Voorting?

Gerrit: ‘Van Looy was in Kopenhagen de sterkste renner, maar had – behoudens mij – te weinig renners in de slag. Hij moest in de eindspurt op eigen kracht helemaal buitenom komen, terwijl Van Steenbergen gelanceerd werd door De Bruyne. Ik had goed contact met Rik en in de Ronde van Nederland 1957 wilde ik graag de etappe naar Roosendaal winnen. Op een slecht en smal stukje weg, zei hij vanachter mijn rug: ‘Ja, nu’. Ik demarreerde en hij dekte mijn vlucht. In 1959 zou ik bij de wereldkampioenschappen op Zandvoort in zijn dienst rijden, maar bij de KNWU kwamen ze dit te weten en ik werd niet geselecteerd. Het jaar erop ben ik gestopt. Van Looy was een aardige vent zonder drukte.

Waregem 1957

Rik van Steenbergen heeft ook nu weer diverse ‘mannen in de slag’, terwijl Rik van Looy nog steeds uitgaat van zijn eigen kracht. Terecht, want op vijftien kilometer voor de finish rijdt hij onweerstaanbaar weg met zijn landgenoot Marcel Janssens in het wiel. Daarachter jaagt een groep met de grootsten der aarde van dat moment, zoals Darrigade, Bobet, Anquetil, Fred De Bruyne en Rik van Steenbergen. Van Looy lijkt stand te houden en vraagt Marcel om ‘over te nemen’. Die weigert, want hij heeft een verbond gesloten met Van Steenbergen. Rik van Looy accepteert dat stilzwijgend en zij worden achterhaald. Ook nu weer wordt de spurt op lepe wijze gedirigeerd door Fred De Bruyne en wint Rik van Steenbergen vóór Louison Bobet, André Darrigade en Rik van Looy.

De rol van Fred De Bruyne is in beide kampioenschappen bepalend, want hij was weliswaar een dirigent, maar niet echt een Groot Kampioen, want die verkoopt zijn ziel niet aan een ander. Fred De Bruyne won overigens wel Milaan – San Remo, Luik – Bastenaken – Luik (2x), de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Parijs – Tours en behaalde talloze ereplaatsen en overwinningen, maar was in de Tour de France niet meer dan een meerijder. Na zijn carrière werd hij ploegleider en verslaggever bij de BRT. Hij speelde op basis van zijn kunde en intelligentie een bepalende rol in met name het wereldkampioenschap van 1956 en 1957. Volgens de geschiedschrijving schond De Bruyne daarbij bepaalde afspraken met Rik van Looy, waardoor Rik zijn titelkansen verloren zag gaan.
De aanvankelijke vriendschap verandert daardoor drastisch, maar als Fred De Bruyne in 1961 een ernstig verkeersongeluk overkomt, waardoor hij moet stoppen met de wielersport, is het juist Rik van Looy die hem als eerste in het ziekenhuis bezoekt.

Ronsse 1963 – de meest besproken spurt uit de wielerhistorie

Nog nooit in de geschiedschrijving van het wereldkampioenschap is een sprint zo vaak besproken en beschreven als die tussen Rik van Looy en Benoni Beheyt te Ronsse in 1963. Vooraf word tussen de renners afgesproken dat iedereen in dienst van de dertigjarige Rik van Looy rijdt. De dan drieëntwintigjarige Benoni Beheyt ondertekent ook de overeenkomst.

De ploeg neutraliseert iedere aanvalspoging en de eindspurt lijkt geschapen voor Rik van Looy. Dan ineens sprint Benoni naar links en probeert Rik hem via een diagonale manoeuvre van de ene kant van de weg naar de andere kant nog met de hand tegen te houden. Tevergeefs. We hebben de zaken rond deze spurt en het vervolg daarvan op een rijtje gezet en dat geeft het volgende beeld:

Als het gesprek losser wordt, roeren we met gespeelde achteloosheid tussen het hoofd- en nagerecht een aantal van de hierboven genoemde onderwerpen aan.

De reactie op reeds talloze malen gestelde vragen, met name over Ronsse, is verrassend. Rik begint met te vertellen dat hij in Waregem zijn beste kampioenschap ooit reed.

Lees verder Hoofdstuk 5 in Wielerexpress 2009 over onder andere: Het verlies in Ronse – De gewonnen wereldtitels.

Wereldkampioen 1961 te Bern voor Nino Defilippis en Raymond Poulidor (Foto: archief Wim van Eyle)

Wereldkampioen 1961 te Bern voor Nino Defilippis en Raymond Poulidor (Foto: archief Wim van Eyle)

6. Klassiekerrenner Rik van Looy

Rik van Looy won alle in zijn tijd erkende, daartoe behoorde niet de toenmalige monsterrit Bordeaux – Parijs, en traditionele klassiekers een of meerdere malen. Het overzicht ziet er als volgt uit:

In totaal zestien klassieke overwinningen. Hij wint zijn eerste klassieker Parijs – Brussel in 1956 ( 23 jaar) en de laatste nog ontbrekende klassieker op zijn palmares, de Waalse Pijl, dertien jaar later op 35-jarige leeftijd in 1968. Eddy Merckx won 35 klassiekers, maar wist nooit Parijs – Tours te winnen!

Daarnaast behaalt Van Looy talloze ereplaatsen in genoemde klassiekers. Zowel in 1959 als 1960 kan hem de overwinning in Parijs – Roubaix eigenlijk niet meer ontgaan, maar wordt hij in de laatste kilometers door pech uitgeschakeld. In 1963 en 1967 wordt hij tweede in Parijs – Roubaix achter respectievelijk Emile Daems en Jan Janssen. Hilarisch is de Ronde van Lombardije in 1958. Rik van Looy en Fred De Bruyne hebben een beslissende voorsprong genomen, maar De Bruyne weigert op kop te komen, omdat hij geen belangrijke punten wil verspelen aan Van Looy voor het Desgrange – Colombo puntenklassement (vergelijkbaar met de latere Wereldbeker). Op acht kilometer voor de streep vraagt Van Looy aan Fred om over te nemen, maar die blijft in het wiel zitten. Ook van Looy weigert uit prestige nog langer op kop te komen en het gevolg is dat beide renners één kilometer voor de streep worden achterhaald.

Lees verder in Hoofdstuk 6 in Wielerexpress 2009 over onder andere: Beschouwing behaalde klassieke overwinningen – De allermooiste overwinning – Maarten Breure en Coen Niesten vertellen.

Winnaar Ronde van Vlaanderen 1959 (Foto: archief Y. Longuevielle)

Winnaar Ronde van Vlaanderen 1959 (Foto: archief Y. Longuevielle)

7. De etapperenner Rik van Looy

Atletisch gezien is Rik van Looy vooral een renner voor de klassiekers en dat bewees hij ook. Toch kon hij ook in de grote etappekoersen goed zijn plan trekken en behaalde daarin talloze ritzeges. Of Rik een Vuelta, Giro of Tour de France had kunnen winnen, zal een vraag blijven waar nooit een antwoord op kan worden gegeven.
In de Vuelta lijkt hij in 1958 de eindoverwinning te gaan behalen, maar moet als leider in het klassement in de twaalfde etappe opgeven. In de Giro eindigt hij in 1959 als vierde en schrijft historie door zijn duels met onder andere Anquetil en Charly Gaul.
Aan de Tour de France nam hij te laat deel, want Rik is reeds negenentwintig, als hij in de Tour debuteert. Als klassiek renner is hij dan weliswaar op zijn hoogtepunt, maar wellicht was zijn atletisch vermogen reeds te veel gevormd door de klassiekers om nog te kunnen excelleren in grote etappekoersen. We geven in het kort een beschouwing over Rik van Looy als etapperenner en plaatsen daarbij een aantal kanttekeningen.

Ronde van Spanje (Vuelta)

1958: Rik (25) behaalt vier etappezeges en verovert in de elfde etappe door het hooggebergte de leiderstrui. De dag erop moet hij de strijd staken, nadat hij zijn knie heeft gestoten aan zijn stuur.
1959: Rik wint vier etappes, wint het puntenklassement en eindigt als derde in het klassement.
1964: Rik wint één etappe, maar moet in de zesde etappe na een valpartij (sleutelbeenbreuk) de strijd staken.
1965: Rik wint acht etappes, het puntenklassement en eindigt als derde achter Poulidor en Wolfshohl.

Ab Geldermans vertelt: ‘Van Looy sloopte iedereen…’

We ontmoeten Ab in zijn sportzaak te Beverwijk. Ab Geldermans (73) is nog steeds een gesoigneerd persoon en dat was hij ook als coureur. Na zijn wielerleven bouwde hij een prachtige sportzaak op in Beverwijk en zijn zoon heeft deze zaak verder uitgebouwd tot een waar sportparadijs. Contacten met het wielerlegioen heeft Ab nog sporadisch. Hij is een verwoed visser en trekt er met zijn zeilboot vaak op uit.
Ab was beroepsrenner van 1960 tot en met 1969, won onder andere in1960 Luik-Bastenaken-Luik en droeg twee dagen de Gele Trui in de Tour de France 1962,waarin hij als vijfde eindigde. Hij reed daarna vooral in dienst van Anquetil en was in 1968 ploegleider van de Nederlandse ploeg die met Jan Janssen de Tourzege behaalde.

Ab: ‘In 1953 won Rik de Ronde van Midden-Nederland en daarbij degradeerde hij de beste renners van Nederland. Ik reed als amateur een afwachtingscriterium en raakte onder de indruk van Van Looy. Vanaf 1958 maakte ik eerst twee jaar als onafhankelijke en daarna als beroepsrenner deel uit van het peloton, waarin ook Rik reed. Wat ik me van hem kan herinneren? Hij reed de hele koers van voren en was altijd actief. Hij bleef demarreren totdat iedereen gesloopt was en dan ging hij nog eens in de aanval. Hij wilde op het vlakke altijd voorsprong nemen, voordat de cols kwamen. In de Ronde van Spanje 1958 reed hij zo verschrikkelijk hard dat ik me een simpele nieuweling voelde. Hij won toen acht etappes. Als hij in dat jaar ook de Tour gereden zou hebben, was hij absoluut een kanshebber geweest. Rik was niet alleen een sprinter, maar kon ook in het gebergte zijn plan trekken en was een geweldig goede daler. Hij wist alles, dus ook wanneer de wind van rechts of links zou komen en baseerde daarop zijn strategie.
Toch heb ik hem pijn gedaan in Parijs-Roubaix 1961. Ik maakte toen deel uit van de kopgroep en in de finale reed ik zo verschrikkelijk hard, dat Rik, toen hij moest overnemen, zei: ‘Ab, ik kan niet’. Dat moment zal ik nooit vergeten. Ik demarreerde en reed solo, maar werd teruggehaald. Ik draaide als eerste de baan op en eindigde in deze slijtageslag als vijfde. Rik won.’

Lees verder in Hoofdstuk 7 in Wielerexpress 2009 over onder andere: Successen in de Vuelta – Explosies in de Giro – Had Rik de Tour kunnen winnen – Huub Zilverberg vertelt – Verschil en overeenkomsten met Jan Janssen – De tijdrijder en klimmer Van Looy.

Respect tussen vedetten in de Tour van 1963. Links Anquetil (gele trui), rechts Van Looy (groene trui) (Foto: archief Y. Longuevielle)

Respect tussen vedetten in de Tour van 1963. Links Anquetil (gele trui), rechts Van Looy (groene trui) (Foto: archief Y. Longuevielle)

8. De Zesdaagserenner Rik van Looy

Van Looy was een fenomeen in de klassiekers en kon ook in etappekoersen tot op zekere hoogte – letterlijk en figuurlijk – met de beste renners wedijveren. Ook op de piste kon Rik goed uit de voeten en het koppel Van Looy – Post domineerde een aantal winterseizoenen de zesdaagsen. Van Looy reed regelmatig op de piste, maar voelde zich niet echt aangetrokken tot het zesdaagsemetier. Toch smeekten de baandirecties hem om aan de start te komen, maar op dat moment was Van Steenbergen (hoewel al 36) met zijn maat Emiel Severeijns een zeer sterk koppel en de ambities van Rik lagen elders. In die tijd was Peter Post intussen een geaccepteerde vedette geworden op de winterbanen, maar hij miste een partner die hem nog beter zou kunnen maken. De slimme Driessens speelde dit samen met manager Fons Versnick heel subtiel uit en na een huisbezoek aan Peter werd het koppel Van Looy – Post samengesteld. Het leidde tot een hegemonie die slechts twee seizoenen duurde. Zij reden samen eenentwintig zesdaagsen en wonnen er daarvan tien. Een conflict tussen Van Looy en Post, beide heerserstypen, over al of niet gemaakte, of nagekomen afspraken in Parijs-Roubaix, leidde tot een voortijdig einde van dit legendarische koppel. Het voegt niets toe aan dit hoofdstuk om daar verder in detail op in te gaan. Feit blijft dat het koppel Van Looy-Post twee seizoenen de zesdaagse beheerste. Overigens won Van Looy in 1957 met Vannitsen al de Zesdaagse van Brussel en in 1958 met Arnold de Zesdaagse van Gent. In 1969, zijn voorlaatste jaar als beroepsrenner, won hij met Post en Sercu de Zesdaagse van Antwerpen. Of van Looy een geboren pistier was, is weer een ander verhaal, maar ook nu weer gaat de vergelijking met Jan Janssen op, want Jan was weliswaar geen geboren pistier, maar kon op basis van zijn fysieke mogelijkheden wel meedoen in de finale en won verdeeld over meerdere winterseizoenen zes zesdaagsen.

Het zesdaagse-overzicht van Van Looy ziet er als volgt uit:

1957 Brussel Vannitsen
1958 Gent Arnold
1960 Berlijn Post
1960 Gent Post
1961 Keulen Post
1961 Antwerpen Post - Vannitsen
1962 Brussel Post
1962 Antwerpen Post - Vannitsen (Plattner)
1962 Dortmund Post
1969 Antwerpen Post - Sercu

Gereden: 40 zesdaagsen
12 gewonnen, waarvan 10 met Peter Post.

Overwinningen op de baan: 75 (exclusief zesdaagsen).

Lees verder in Hoofdstuk 8 in Wielerexpress 2009 over onder andere: De successen met Peter Post – Piet Libregts vertelt.

Verbeten strijd met Eddy Merckx tijdens een Omnium te Gent in 1969 (Foto: archief Y. Longuevielle)

Verbeten strijd met Eddy Merckx tijdens een Omnium te Gent in 1969 (Foto: archief Y. Longuevielle)

9. Het leven na het wielrennen zonder Zwart Gat

Zoals reeds aan het begin van dit verhaal vermeld, stopt Rik van Looy van de ene op de andere dag. Niks geen afscheid een jaar vooraf aankondigen en allerlei toestanden daaromheen. Van Looy stopt abrupt en houdt voor zijn supporters een afscheidsbijeenkomst en gaat niet in op de financieel zeer aantrekkelijke aanbiedingen om afscheidswedstrijden te rijden.
Hij wordt beheerder van Manege De Wittenberg en tevens voorzitter van de plaatselijke voetbalvereniging FC Herentals. Voor het toenmalige Belgische wielerblad Sport’70 verricht hij wat werkzaamheden en ook is hij nog een korte periode sportbestuurder van de toenmalige Belgische wielerploeg IJsboerke. Dit alles kan hem niet echt bekoren en in 1976 wordt hij directeur-sportief van de Vlaamse Wielerschool in de provincie Antwerpen en dat is hij tot op heden nog steeds.

Rik: ‘Ik kreeg genoeg aanbiedingen om werkzaam te blijven in de wielerwereld en heb een aantal werkzaamheden met plezier vervuld. Als sportbestuurder van de ploeg IJsboerke voelde ik mij uiteindelijk niet op mijn plaats, omdat ik de fout maakte dat ik teveel uitging van mijn eigen kwaliteiten destijds. Ik had moeite om me te verplaatsen in de beperkingen die iedere coureur heeft en dan moet ge gewoon uw plan trekken en zeggen: ‘Deze functie past niet in mijn denk- en leefpatroon en ik voel me er niet plezant bij’. Ik ben een fervent liefhebber van de voetbalsport en de plaatselijke vereniging zat in nood. Toen ben ik niet alleen voorzitter geworden, maar heb de hele club, inclusief de opstallen en velden, gekocht. De Manege Wittenberg was niet echt mijn ambitie, omdat ik zelf geen groot liefhebber van paardrijden ben. Mijn kinderen echter wel en daardoor was dit een goede geldbelegging. Inmiddels is alles verkocht, maar de kleinkinderen zijn nog steeds betrokken bij het paardrijden en om die reden is Nini vandaag afwezig. Ik wilde contact hebben met de jeugd en die kans kreeg ik via de in Herentals gevestigde Vlaamse Wielerschool en dat vormt nog steeds een onderdeel van mijn dagelijkse leven. Ik hoef niet meer in het licht te staan van de schijnwerpers, maar wil vanuit een sociale doelstelling iets bijdragen aan de culturele en maatschappelijke vorming van de jeugd. Niet spectaculair, maar in de anonimiteit van deze werkzaamheden voel ik mij ook nu nog na meer dan dertig jaar op m’n gemak.’

Lees verder in Hoofdstuk 9 in Wielerexpress 2009 over ‘Het Leven na het Wielrennen’.

10. Bezoek aan de Vlaamse Wielerschool

De structuur van het wielrennen in België is heel anders dan in Nederland. Mooie afgeschermde clubparkoersen zijn daar vrijwel een onbekend fenomeen. Clubritten worden veelal verreden op polderwegen in het Vlaamse Land met op iedere hoek een ‘man met een vlag’. Op zich niet echt verkeerd, want als nieuweling begon ik ook mijn eerste clubritten in 1960 in een afgezet gebied in de Haarlemmermeerpolder en ook dan moest het verkeer worden tegengehouden door ‘een man met een vlag’. Deze ‘vlagmannen’ gaan echter tot een uitstervend ras behoren voor die verenigingen die (nog) niet over een eigen afgesloten wielerparkoers beschikken. In met name de Randstad zijn talloze voor het verkeer afgesloten clubparkoersen met een daarbij behorend clubhuis. In Zeeland bijvoorbeeld kent men dit fenomeen vrijwel niet en dat is voor ons nog steeds onbegrijpelijk. Een grote en goed gestructureerde Zeeuwse wielervereniging als ZRTC Middelkamp rijdt nog steeds op een ‘polderrondje’ haar clubritten. Bij ons, dus vanuit het polderdorp Zwanenburg, gelegen tussen Amsterdam en Haarlem, zijn in een straal van dertig kilometer minimaal tien wielerverenigingen gevestigd met een eigen clubhuis en afgesloten parkoers. In België kent men deze structuur niet en om die reden heeft men in vijf provincies een Vlaamse Wielerschool opgericht. Vandaaruit worden de jeugd en ook ouderen opgeleid en begeleid in overleg en in samenwerking met de regionale wielerverenigingen.
De Vlaamse Wielerschool van de provincie Antwerpen is gevestigd – hoe kan het ook anders – in Herentals.

Ontmoeting met Rik in Herentals

Herentals is een prachtig stadje met vroeger een bloeiende lakenhandel en glasschilderkunst. Thans is er gevarieerde industrie, zoals schoenenhandel en diamantbewerking. Met de Kempense heuvelrug en gelegen aan de Kleine Nete met omringende bossen vormt de omgeving een uitgebreide groene long in het centrum van de Kempen. De oudste kernen van Herentals ontstonden omstreeks 1200 en in 1209 werden stadsrechten verkregen. In de loop der eeuwen ontstonden diverse religieuze instellingen, zoals een gasthuis, begijnhof en kloosters. Dit alles bepaalt mede het aanzicht van de stad met een inwonersaantal van 26.000 inwoners en daartoe behoren de huidige beroepsrenners Erwin Vervecken, Kurt van de Wouwer en Jurgen van den Broeck. Herentals is tevens de geboorteplaats van (ex-)beroepsrenners zoals Daniël Willems (1956), Paul Herijgers (1962), Geert Omloop (1974), Mario Aerts (1974) en Bart Wellens (1978).

De afspraak is om 11.00 u. in de Vlaamse Wielerschool. Het is een groot gebouwencomplex en ligt nabij het Bloso-centrum (Netepark). België kent dertien Bloso-centra en de afkorting betekent: ‘Agentschap voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie’. Het Bloso-centrum in Herentals is een gigantisch sportdorp met een oppervlakte van 120 ha. met talrijke faciliteiten. De wielerschool is niet direct een onderdeel van het Bloso-centrum, maar ligt even verderop. In feite huurt de Vlaamse Wielerschool de betreffende accommodatie van Bloso. We, dus Ton Vissers, Henk Theuns en schrijver dezes, komen aanrijden en zien ook Rik uit zijn auto stappen. Hij loopt ons tegemoet en we maken niet alleen kennis met Rik van Looy, maar zien ook een mens die in niets doet denken aan een 75-jarig persoon. Rik heeft nog hetzelfde gewicht (73 kilo) als in zijn koersjaren en ziet er goed gesoigneerd uit. Bij vrijwel iedereen ondergaat het lichaam bij het ouder worden bepaalde fysieke veranderingen en het beoefenen van sport, of het bezoeken van de sportschool kan de onvermijdelijke zichtbare aftakeling vrijwel zelden verbloemen. Bij Rik van Looy is van enig verval niets te bespeuren.
Op de fiets was hij altijd een robuust persoon, maar in gewone kleding oogt hij rank en slank. Een mooie pantalon, een fraai overhemd en een soepele tred doen denken aan de Keizer van weleer. Ook zijn gelaat vertoont weinig of geen slijtage, hoewel uiterlijk de gekerfde kenmerken van het ouder worden aanwezig zijn. Zijn oogopslag is scherp en observerend en zijn handdruk is warm en stevig. Hij nodigt ons uit voor een rondleiding door de Vlaamse Wielerschool.

Lees verder in Hoofdstuk 10 in Wielerexpress 2009 over onder andere: De Vlaamse Wielerschool – De sociale doelstelling van Rik van Looy.

De Vlaamse Wielerschool. (Foto: Henk Theuns)

De Vlaamse Wielerschool. (Foto: Henk Theuns)

11. Het gesprek aan tafel

Rik nodigt ons uit voor een lunch in het exclusieve etablissement De Repertoire gelegen aan de Poederleeseweg dichtbij zijn woning. We worden naar het restaurantgedeelte geleid en een uitvoerige lunch wordt besteld. Een charmante serveerster vraagt, wat wij willen drinken en Rik stelt voor een fles rode wijn te bestellen. Hij verzoekt mij de wijn ‘voor te proeven’, maar het lijkt mij meer op z’n plaats dat Ton Vissers als speciale gast dit doet. Ton proeft met een glunderend gezicht en straalt een aandoenlijke vreugde uit. Ik heb met Ton vooraf het scenario doorgenomen en ben er daarbij van uitgegaan dat er uiteraard de nodige conversatie zal zijn tussen hem en Rik, maar dat ik toch op een gegeven moment de regie in handen zal moeten nemen wat betreft het stellen van gerichte vragen. Maar van dit vooraf doorgenomen scenario en de te voeren regie zou niets terecht komen en juist daardoor zou het gehele gesprek het absolute hoogtepunt vormen van deze dag.

De herinneringen van Rik van Looy

Rik is een onderhoudende gesprekspartner en een uitmuntend gastheer. Hij behoort tot de mensen die weinig praten over hun verleden als wielrenner en doet daarbij denken aan Peter Post die daar ook niet of nauwelijks nog over wil converseren. Hoewel Peter bij een goed glas wijn en in aangenaam gezelschap wel degelijk nog wel eens herinneringen aan vroeger wil ophalen, geeft hij op gestelde vragen meestal antwoorden in de trant van: ‘Is dat zo?’ of ‘Daar kan ik me niets meer van herinneren.’ Een renner als Jan Janssen kan en wil in iedere ambiance heel goed en helder zonder enige overdrijving terugblikken op zijn wielerverleden en daarbij ook mooie anekdotes vertellen en analyses maken. Wat dat betreft is Jan een echte ambassadeur van het cyclisme. Er is ook een categorie renners, maar dat zijn meestal zij die niet tot de kampioenen hebben behoord, die naarmate ze ouder worden hun prestaties steeds meer gaan uitvergroten. Jos van der Vleuten is daar een mooi voorbeeld van. Hij was een verdienstelijke beroepsrenner, maar zijn erelijst is beperkt. Als Jos echter over vroeger gaat vertellen, krijgt de toehoorder het idee dat hij in iedere koers ‘geflikt’ werd en hij eigenlijk altijd ondergewaardeerd is. Kortom, Jos legt zijn prestaties onder een vergrootglas en voelt zich steeds meer een miskend renner. Het is niet denkbeeldig dat hij bij het toenemen van de leeftijd nog eens gaat vertellen dat niet Eddy Merckx in 1976 in Heerlen – waar Jos deel uitmaakte van de kopgroep – wereldkampioen had moeten worden, maar dat hij die dag de sterkste was en recht had op de wereldtitel, maar die verspeelde door voor Jan Janssen (werd 2de) de spurt aan te trekken.
Maar dit terzijde. Nu terug naar restaurant “De Repertoire”.
In de gezellige ambiance blijkt dat Rik van Looy zich nog alle details van vroeger kan herinneren en daar binnen ons gezelschap met enthousiasme over wil praten.

De overwinningen op Nederlandse wegen

Rik heeft diverse overwinningen behaald in Nederland en sommige daarvan maakten op iedereen grote indruk. Door zijn Nederlandse tegenstanders van toen wordt nog steeds met veel ontzag gesproken over de soms vernederende wijze, waarop zij in eigen land gedeklasseerd werden. We zullen enkele voorbeelden aanhalen.

Lees verder in Hoofdstuk 11 in Wielerexpress 2009 over onder andere: ‘De Ronde van Midden Nederland 1953 – De Ronde van Nederland 191956 en 1957 – De Grote Prijs van Nederland 1966 – De laatste Heldendaden bij Willem II – De intelligentie van Rik van Looy – Ton Vissers neemt nog een cognacje – ‘Geheime Verhalen’ – Iedere koers was belangrijk – Zelden een zegegebaar – De schaal met appels en de filosofie van Rik van Looy – Het afscheid uit Herentals en rozen voor de Keizer.

Vlnr: Jan Zomer, Rik van Looy, Gerard Koel (Foto: Jan Buis)

Vlnr: Jan Zomer, Rik van Looy, Gerard Koel (Foto: Jan Buis)

12. De overwinningen van Rik van Looy

We hebben in dit hele verhaal de grote overwinningen van Rik van Looy vermeld en beschreven en gaan daarom niet nogmaals alle zeges met naam en toenaam vermelden. Rik won,kort samengevat, zestien klassiekers, zeven Touretappes, twaalf etappes in de Giro, achttien in de Vuelta, de groene trui in de Tour de France, het bergklassement in de Giro en tevens twaalf zesdaagsen.

Het overzicht vanaf 1949 tot en met 1970 ziet er als volgt uit:

Onderbeginnelingen
1949   16
     
Nieuwelingen
1950   24
1951 (t/m) maart 4
     
Amateur
1951   12
1952   29
1953   29
     
Beroepsrenner
1953 (vanaf september) 2
1954 Touring - Pirelli 3
1955 Van Hauwaert - Maes 11
1956 Faema - Van Hauwaert 24
1957 Faema - Guerra 36
1958 Faema - Guerra 36
1959 Faema 45
1960 Faema 33
1961 Faema 38
1962 Faema - Flandria 22
1963 GBC - Libertas 24
1964 Solo - Superia 25
1965 Solo - Superia 42
1966 Solo - Superia 13
1967 Willem II - Gazelle 21
1968 Willem II - Gazelle 16
1969 Willem II - Gazelle 17
1970 Willem II - Gazelle 2
Totaal overzicht  
Onderbeginnelingen (1949) 14
Nieuwelingen (1950 - maart 1951) 24
Amateur (1951 t/m 1953 66
Beroepsrenner 410
Totaal aantal zeges op de weg 514
Piste (excl. zesdaagse) 60
Zesdaagsen 12
Totaal op de weg en baan 596

Lees verder in Hoofdstuk 12 in Wielerexpress 2009: ‘Nadere toelichting’.

Winst als 35-jarige in de laatste nog ontbrekende klassieker de Waalse Pijl 1968 (Foto: archief Y. Longuevielle)

Winst als 35-jarige in de laatste nog ontbrekende klassieker de Waalse Pijl 1968 (Foto: archief Y. Longuevielle)

13. Edgard Sorgeloos vertelt

Iedere kampioen heeft zijn eigen ‘knechten’. Bij Jan Raas was Cees Priem dé man die hem altijd terzijde stond en Ab Geldermans was jarenlang de steun en toeverlaat van Jacques Anquetil. Wie de naam noemt van Rik van Looy, noemt tevens de naam van zijn eerste luitenant Edgard Sorgeloos. Hij reed en streed gedurende de seizoenen 1958 tot met 1966 aan de zijde van Rik en dat niet alleen, zij deelden ook samen een groot deel van hun leven naast het wielrennen.
In het Grote Van Looy verhaal op de voorgaande pagina’s laten wij enkele generatiegenoten van Rik aan het woord, almede Ton Vissers als zijn ploegleider in de laatste vier actieve jaren van Van Looy en ook soigneur Piet Libregts. Zij allen hebben echter maar een beperkt gedeelte van de loopbaan Rik van Looy daadwerkelijk van nabij meegemaakt. Om die reden is er maar één man die echt kan verhalen over de ware Rik van Looy en dat is Edgard Sorgeloos, want hij maakte het grootste gedeelte van Riks loopbaan van nabij mee. Een reden om Edgard (78) in het Belgische Oudenaarde te bezoeken.

Het bezoek in Oudenaarde

Om elf uur is de afspraak in Oudenaarde en om 06.30 uur loopt de wekker af in Huize Zomerlust. Hoewel de reis 250 kilometer is en we onderweg fotograaf Henk Theuns nog moeten oppikken, is een ingeschatte reistijd van vier uur toch een redelijke norm. Dat blijkt een tegenvaller, want voordat de oude Honda via een lange file Utrecht gepasseerd is, staat de klok al op negen uur en ook de ringweg bij Antwerpen geeft grote stagnatie. Dan blijkt, ondanks de TomTom, het adres Meerspoort 47 moeilijk (hoewel achteraf eigenlijk heel eenvoudig, maar dat is altijd zo) te vinden. We willen onderweg Edgard via de mobiel informeren over de vertraging, maar tot overmaat van ramp blijkt dat een verjaard telefoonnummer ( in eerste instantie verkregen via Gerard Koel, maar daarna het goede nummer ontvangen via NOS medewerker Hans van der Sluijs) is genoteerd. Niets is vervelender dan te zitten wachten op mensen die te laat op een afspraak komen en met schaamrood op de wangen komen we twee uur te laat bij Edgard aan. We excuseren ons uiteraard en Edgard toont zich weliswaar teleurgesteld, maar begrijpt na onze uitleg de problemen.
Hij woont in een prachtig appartement aan de rand van Oudenaarde, de koffie is warm, zijn vrouw Christiane is gastvrij en de gevulde banketbakkerskoeken smaken heerlijk. Later zou blijken dat Edgard een besproken tafel in een lokaal restaurant wegens tijdgebrek heeft moeten annuleren.
Edgard is een klein manneke, maar ziet er als 78-jarige nog goed uit. De wielermemoires met Rik van Looy liggen voor eeuwig verankerd in zijn wereld van herinneringen en belevenissen. Hij praat daar zonder opsmuk over, maar we realiseren ons gedurende het gehele gesprek hoe Rik van Looy het wielerleven van Edgard mede heeft bepaald en dat geldt ook andersom. Kortom, een fascinerend gesprek met een man die zijn gehele wielerloopbaan in dienst reed van Rik van Looy en mede daardoor schreven beiden historie. De één in het volle licht van de schijnwerpers en de ander in de schaduw daarvan.
We hebben Edgard vooraf het uitgewerkte verhaal over Van Looy ter inzage toegezonden en als we hem naar opmerkingen vragen, is zijn antwoord veelzeggend: ‘Ik lees slechts tweemaal mijn naam’, is zijn reactie. Als we uitleggen dat we juist dáárom bijna zes uur in de auto hebben gezeten, om hém aan het woord te laten, knikt hij begrijpend en gaan de ogen glimmen. Als hij daarna Zijn Verhaal gaat vertellen, constateren we zelfs op bepaalde momenten dat de ogen gaan drijven in traanvocht.

Op de fiets werd Van Looy een ander mens

Om in dienst te rijden van een Kampioen, moet men ook zelf over grote kwaliteiten beschikken. Kopmannen van weleer, die in hun nadagen nog een contract(je) proberen te krijgen onder de noemer ‘wegkapitein’, spreken wartaal, want ook een wegkapitein moet voorin kunnen koersen, want dáár wordt de koers gemaakt en een ex-kopman die nog voorin kan koersen wil geen wegkapitein zijn! Het ‘voorin kunnen koersen’ geldt ook voor een goede knecht.
Sorgeloos was een prima beroepsrenner die in 1951 als eerstejaars prof de GP Maurice Depauw won. Ook in de jaren daarna behaalde hij leuke resultaten, zonder echt tot de vedetten te behoren. Dat komt mede doordat hij vijf jaar in dienst reed van Rik van Steenbergen. Had er meer in de loopbaan van Sorgeloos gezeten als hij voor eigen kansen had kunnen rijden?

Edgard: ‘Er waren in die tijd ongeveer 350 beroepsrenners en je was blij als je een contractje had. Iedere dag werden er wel drie kermiskoersen verreden, maar de spoeling bleef dun. Ik ben van origine huisschilder en op de boerderij opgegroeid. Door een weddenschap – ‘als ik een paar weken train, houd ik jullie bij’ – ben ik gaan wielrennen. Ik reed aan de zijde van Rik van Steenbergen de Ronden van Italië en Spanje. Bij Rik I was de strategie afgestemd op de eindsprint, maar bij Van Looy was dat anders. Hij zocht als sprinter altijd de aanval. Buiten de koers was hij een rustig en aimabel mens, maar op de fiets veranderde hij in de aanvaller pur sang. Rik benaderde mij reeds in 1957, maar eind 1958 leidde dit pas tot een definitieve samenwerking, omdat Lomme Driessens de overstap stagneerde. Vanaf dat moment reed Rik zelden of nooit een koers zonder mij. Rik won in 1958 de Ronde van Lombardije mede omdat ik de spurt aantrok en daarna ‘de deur dicht- gooide’. Rik reed in de koers altijd vooraan en hij trainde onder alle weersomstandigheden. Mij noemde hij altijd ‘de Kleine’, maar mijn feitelijke bijnaam is ‘Labie’, ook in het dagelijks leven. Dat komt omdat mijn moeder van haar achternaam Labie heette.’

De opbouw van de ploeg en de trainingskampen rond het Gardameer

Rik van Looy bouwde bewust aan een ploeg die volledig in dienst van hem reed en over de trainingskampen rond het Gardameer wordt ook nu nog met ontzag gesproken. Hoe ging dat allemaal in zijn werk?

Edgard: ‘De ploeg was niet groter dan dertien of veertien man, dus alle renners reden vrijwel hetzelfde programma. De ploeg werd zorgvuldig opgebouwd, maar soms bleek dat renners niet in de ploeg pasten, omdat zij teveel voor hun eigen kans reden. Als ik dat bemerkte, leidde dat soms tot conflicten, waarbij ik tegen Rik zei: ‘Hij eruit, of ik eruit’. Huub Zilverberg en Piet van Est waren daarentegen perfecte renners in de ploeg en konden een heel hoog tempo rijden. Mede door dit soort renners was de ploeg uniek en altijd homogeen en waren er nooit wrijvingen. Alles werd aan tafel uitgesproken en er ontstonden zelden of nooit discussies. In de koers gingen we soms met de hele ploeg op kop rijden en reden dan een soort ploegentijdrit. Vaak nam Rik ook zelf over, maar soms zat hij bewust aan de staart en dan kon niet één andere renner nog inhaken. De ploegdiscipline was perfect. De kamers moesten netjes achtergelaten worden, de telefoonrekeningen moesten individueel afgerekend worden, we kwamen goed verzorgd aan tafel en precies op tijd. Dat gold ook voor de trainingen. In de eerste week van januari gingen Rik en ik al naar hotel Barbarano aan het Gardameer om te trainen en twee weken later kwam de rest van de ploeg. We bleven daar dan nog zes weken, dus in feite duurde het trainingskamp twee maanden. Ja, zonder vrouwen! We vertrokken iedere ochtend om precies 08.00 uur en niet één minuut later! We reden eerst twee aan twee en ieder koppel bleef, aan de hand van de kilometerpaaltjes, vijf kilometer op kop rijden. Na 48 kilometer bij Riva gingen we als één lint achter elkaar rijden en iedere renner reed dan één kilometer op kop. Op 25 kilometer voor het eind, de totale afstand was 145 kilometer, werd alles losgelaten. Nog nooit zijn we gezamenlijk aangekomen! Het was iedere dag beulen en de weg was constant op en af. Toen kon er nog zonder gevaar gefietst worden rond het Gardameer, maar door de komst van de tunnels is het er nu door het vrachtverkeer levensgevaarlijk geworden. Het traject van toen is nu grotendeels verdwenen. Overigens vonden dit soort trainingskampen navolging bij diverse andere wielerploegen.
Na afloop ging Rik altijd nog één uur in de kelder van het hotel, waar de verwarmingsketel stond, op de rollen rijden. Hij vroeg dan nooit, of ik ook goesting had, neen, hij zei ‘We gaan nog even op de rollen rijden’. De tijd kroop voorbij en het was vaak een marteling, maar Rik deerde het totaal niet.’

Rik had de Giro en ook de Tour kunnen winnen

Edgard Sorgeloos maakte Rik van nabij mee en we stellen hem de kardinale vraag, of Rik ooit de Tour of de Giro had kunnen winnen?

Lees verder in Hoofdstuk 13 in Wielerexpress 2009 over onder andere: De Heldendaden van Rik in de Giro en Tour – Lomme Driessens stelde niets voor – De mens Rik van Looy – De jaren bij Rik van Looy – Het afscheid van de ploeg – Het leven na de periode Van Looy.

Edgard Sorgeloos staat zijn wiel af aan Rik van Looy tijdens het kampioenschap van Belgie 1962 (Foto: archief Y. Longuevielle)

Edgard Sorgeloos staat zijn wiel af aan Rik van Looy tijdens het kampioenschap van Belgie 1962 (Foto: archief Y. Longuevielle)

Wielerexpress 2009 - Rik van Looy sociaal bevlogen wielermens

Lees verder van blz. 74 tot en met blz. 159 in Wielerexpress 2009.


Ik ben Vic De Boeck en zou graag Rik Van Looy eens willen ontmoeten want ik ben ook al 72 jaar en steeds een echte Fan van Rik geweest want hij heeft het palmares van Rik Van Steenbergen overgenomen en nadien heeft Eddy Merckx dat Van Rik overgenomen, mijn 3 wielrenners waar ik het meeste respect voor gehad heb maar met de voorkeur op Rik.
IK ken echter zijn adres, telefoonnummer of E-mail niet. zouden jullie mij dat per ongeluk eens willen bezorgen want ik ga in de toekomst nog eens een hulde beschrijving op zijn standbeeld in Herentals plaatsen.

Groetjes,

Vic
De Boeck Victor uit herentals (21-02-19)
Rik was op de begrafenis van zijn meesterknecht Edgard Sorgeloos. Mooi, Rik! Voor mij ben je altijd, ook als mens, een groot kampioen geweest en nu nog altijd. Je ziet er nog altijd even scherp uit en heb gans mijn leven al grote bewondering voor je gehad. Je was mijn idool als kleine jongen en straalt nog altijd ondanks dat je er bijna 84 bent. Je bent voor mij gewoonweg, Mijnheer Van Looy!!! Grote klasse....
Geert Colpaert uit Oudenaarde (21-11-16)
ik ben aan het zoeken naar een adres waar ik rik van looy kan contacteren.
mijn opa zei voor hij stierf dat hij de neef zou zijn..
nu wil ik dit even uitpluizen. aangezien mijn zoon zelf mini wielrenner is zou het gewoon leuk zijn meer te weten te komen.
of als iemand hier meer van weet :) zou tof zijn.
Mijn opa kreeg de naam van zijn moeder (laureys) en zijn vader zou van kerckhoven gehete hebben. Ik weet echter niet of iemand bv nog een fietsenwinkel herinnert met een café eraanvast (waar mijn oma destijds werkte) dit te Sint-Niklaas. ver verleden (en een hele puzzel van oma's herinneringen) rik van looy zou schijnt met de driewieler daar vaak gereden hebben. ik hoop dat iemand MEER weet
van laere Alida uit herentals (08-08-16)
beste
graag had ik het adres gehad van Rik Van Looy daar ik een boek over hem heb gemaakt dat ik naar hem zou willen toesturen-dank bij voorbaat
Luc Van Houcke
Bessemstraat 44
8790 Waregem
056 600 601
luc van houcke uit waregem (06-12-13)
Voor ons (familie Schroeven) was Rik niet alleen een groot kampioen op de fiets maar ook in het leven ; ondanks zijn drukke sportbedrijvigheid vond hij tijd om mijn bedlegerige broer in Aarschot te komen bezoeken, om vanuit zijn trainingskamp een kaartje te schrijven (dat helaas in de bus viel... 15 minuten nadat mijn broer overleden was), om op zijn ziekenhuisbed na een val - ondanks alle persoonlijke zorgen - toch aandacht te hebben voor ons familiedrama (getuige daarvan een krantenartikel). M.a.w. een sportman met letterlijk en figuurlijk een groot hart !
WILLY SCHROEVEN uit SINT TRUIDEN (05-12-13)
het lezen van dit artikel over Rik van looy, is als een teletijdmachine, ik beleefde terug mijn meest begeesterende jaren als supporter van de Keizer van de wereld! Nooit heb ik, ofschoon nog altijd hevig wielerkiefhebber, een formidabeler fenomeen in de wielersport gekend! Ik volgde hem waar het kon, zag ter plaatse een zijner laatste wedstrijden in Meeuwen, en was op zijn afscheid in Bobbejaanland, waar ik net naast zijn fiets greep in de tombola, waar Rik zijn trofees wegschonk voor een goed doel. Ik mis hem nog altijd, niemand kon me nadien nog zo begeesteren , hele grote meneer! dat zal hij eeuwig blijven
charel baeten uit opglabbeek (10-04-13)